Regels voor het branden van originele waskaarsen

Hoe gebruik je onze kaarsen het beste?

Ben jij nu de trotse eigenaar van één van onze handgemaakte sojawaskaarsen? Geweldig! Om u te helpen het volledige potentieel van uw kaars te benutten en de levensduur ervan te maximaliseren, hebben wij enkele nuttige tips voor u:

1. Voorbereiding voor de eerste verlichting

Zodra u uw kaars heeft ontvangen, bent u klaar om een ​​gezellige sfeer te creëren. Zorg ervoor dat de lont vóór de eerste keer aansteken wordt ingekort tot ongeveer 0,5-1 cm. Dit zorgt ervoor dat de vlam de was gelijkmatig kan laten smelten tot aan de randen van het glas.

Houd er rekening mee dat de eerste verbranding minimaal 3-4 uur moet duren, of totdat het hele oppervlak van de was is gesmolten (dit wordt een ‘wasplas’ genoemd). Dit zorgt ervoor dat de kaars ook in de toekomst gelijkmatig blijft branden. Elke volgende verbranding zou ook ongeveer 3 uur moeten duren. Steek de kaars niet aan als u deze snel moet doven; het is de moeite waard om op het juiste moment te wachten.

2. De juiste lontlengte

De lengte van de lont speelt een belangrijke rol. Wij raden aan om hem vóór elke verlichting in te korten tot een lengte van 0,5 tot 1 cm. Hiermee voorkom je problemen zoals een te grote vlam, roet, sneller waxverbruik of oververhitting van het glas. Als de pit te kort is, kan de vlam te zwak zijn om de was goed te laten smelten, wat kan resulteren in een ‘tunneleffect’ (de was brandt ongelijkmatig en blijft aan de zijkanten van het glas plakken).

3. Waar moet de kaars geplaatst worden?

Om ten volle van de geur van uw kaars te kunnen genieten, dient u deze niet op de tocht, in de buurt van ramen, in vochtige ruimtes of in kamers met sterke concurrerende geuren te plaatsen (bijvoorbeeld de keuken). In dergelijke omgevingen kan de geur van de kaars zwakker zijn of helemaal niet waarneembaar zijn.

4. Beveiligingsrichtlijnen

Veiligheid voorop! Vermijd het branden van uw kaars in de buurt van brandbare voorwerpen zoals gordijnen of planten, en zorg ervoor dat deze buiten het bereik van kinderen en huisdieren is. Kaarsen moeten altijd worden aangestoken onder toezicht van een volwassene. Als er minder dan 1 cm was in de pot achterblijft, is het tijd om afscheid te nemen van de kaars; verder branden kan ervoor zorgen dat de pot oververhit raakt of het oppervlak waarop hij staat beschadigd.

5. Hoe doof je de kaars op de juiste manier?

In plaats van de vlam uit te blazen, wat roet en een onaangename geur kan veroorzaken, kunt u het beste een kaarsendover gebruiken, deze kunt u in onze winkel vinden. Sluit eenvoudigweg de zuurstoftoevoer af door de blusser boven de vlam te houden. Hierdoor doof je de kaars rookvrij en geniet je langer van de geur.

Vermijd het gebruik van het metalen deksel om de vlam te doven; de rook zou in de gesmolten was kunnen doordringen, wat kan resulteren in een onaangename verbrande geur de volgende keer dat u hem aansteekt.